Op een rustige lange rechte weg achter een woonwijk oefenen we het achteruit rijden. Knap trouwens hoe instructeurs voor allerlei oefeningen hun verlaten plekjes weten te vinden waar je in het echt kunt oefenen zonder dat het allemaal te echt en te druk wordt. Sturen bij achteruitrijden is weer even wennen.
Daarna gaan we optrekken in de tweede versnelling. De kruipspel-oefening van een vorige les, maar nu in de twee. Dat luistert nog weer wat nauwer en het wordt nu helemaal leuk om te merken hoe je met de koppeling spelend die grote lompe zware mechanische wagen kunt laten voortbewegen alsof die heel gevoelig is. Ik moet lachen als ik mezelf hoor zeggen dat het “bijna vrijen” is. Onzin! Maar leuk is het wel.