Een echte Mini-rijder zoals zij noemt de wagen trouwens geen ‘oude Mini’ maar een ‘Mini Classic’. Heel wat anders dan het look-alike moderne luxepaardje van BMW, zo'n originele van het Britse Austin...
Tot voor kort deed een mede-eigenaar het dagelijkse knutselwerk en nu ze 'm alleen rijdt, ontdekt ze ook meer aan deze leuke wagen. Met de handleiding in de hand zijn we voor de motorkap gaan staan om te zien hoe die open moet, bijvoorbeeld. Gerry wilde kijken of het oliepeil nog in orde was, want er lag een olievlek op de parkeerplaats. Zij kreeg de motorkap open, ze vond ook de stang links onder de kap waar je die mee vast kunt zetten en ik vond onder een rubberen slab voor het motorblokje de staaf van het olie. Nog nooit had ik zoiets zelf vast gehad maar ik kon me de handeling herinneren uit de tijd dat mijn vader nog leefde en ik als klein jongetje kon meekijken als bij de benzinepomp de pompbediende het oliepeil controleerde (nadat hij de wagen “vol super” had “gegooid” -- zou dat “volgooien” nog steeds worden gezegd?). Oogje vastpakken, staaf eruit trekken en eerst schoonvegen, dan staaf er weer in, kalm eruithalen, omhooghouden en ernstig bekijken.
Op de platte staaf van het Mini-oliepeil staan streepjes met ‘min’ en ‘max’ erop. Er is nog voldoende olie. Gelukkig maar, want Gerry heeft geen auto-olie in huis en de dop waar dat in moet zit imposant bovenop de motor. Voor we daaraan gaan draaien gaat ze misschien eerst even verder vragen. Er is een forum online waar Mini-liefhebbers elkaar veel spreken. Ze spotten er bijvoorbeeld Mini's, vertellen waar en wanneer ze welke Mini hebben gezien en als het iemand van hetzelfde forum is geweest dan is dat extra leuk. Mini-bezitters zwaaien ook naar mekaar, al weten sommige van de nieuwe BMW-mini's dat nog niet.
In de handleiding staat een lijstje van technische dingen die je dagelijks of wekelijks moet controleren!
Onderhoudsoverzicht
Door de eigenaar te verrichten onderhoud
Elke dag. Controleer het volgende voor de veiligheid:
Behalve de geregelde onderhoudswerkzaamheden moeten de volgende controlewerkzaamheden iedere week worden verricht:
Toen ik vandaag naast Gerry in haar Mini meereed, kon ik veel beter volgen wat er gebeurt. Leuk! Voorheen zeiden al die bewegingen van voeten aan de pedalen en van de hand aan de versnelling me niet zoveel, nu kan ik het volgen. Gerry rost vlot over de drempels heen en we hobbelen wat af in de bebouwde kom. Ik wil misschien ook wel een Mini, straks.
Dan de les van vandaag. We rijden over een weg waar automobilisten niet worden gehinderd door drempels maar door knikjes in de weg: om de paarhonderd meter schuift de weg een stukje naar links en dan weer terug. De vorige keer had Humphry me gezegd dat ik daar iets later moet beginnen aan de eerste bocht en wat eerder aan de tweede, of andersom, en nu begreep ik dat het erom gaat de bochten daar niet zo hoekig te nemen als de weg het zelf doet, maar wat flauwer zodat je er ondanks de knikken wat gerieflijk doorheen glijdt. De flair moet ik daar nog een beetje in krijgen.
In het algemeen moet ik wat eerder en tegelijk meer gedoseerd bijsturen. Lijkt wat dat betreft wel een beetje op het leren vliegen achter een sleepvliegtuig: als je daar te laat reageert op een verandering dan moet je met meer beweging reageren en dan neig je ertoe dat te overdrijven waardoor je de oorspronkelijke verandering alleen maar vergroot. Dat beheers ik inmiddels, maar in de auto is het nogal nieuw voor me.
“Maar fouten zijn ervoor om gemaakt te worden” zegt Humphry geruststellend. “Je moet ze maken, anders kun je er immers niet van leren!”
De ontdekking van de dag is de finesse van het remmen. Als we bijvoorbeeld voor een stoplicht moeten stoppen, dan laat ik het gas los en druk ik eerst lichtjes op het rempedaal zonder de koppeling in te drukken. De motor helpt mee remmen. Vervolgens gaan we zo langzaam dat de motor, stationair draaiend, de wagen zou willen laten dóórrollen. Als ik dan de koppeling niet indruk, gaat de wagen trillen door het contact met de motor. Koppeling indrukken dus, maar nog niet terugschakelen (wat ik steeds wil doen) en voldoende remmen maar zo dat we niet te vroeg en te ver van de wagen voor ons tot stilstand komen. En dan komt de finishing touch: vlak voordat de wagen stil staat, de rem loslaten. Dan staat-ie een moment later vanzelf stil.
Als je doorremt tot het laatst dan lijkt het alsof je tenslotte nog ergens tegenaan botst. Als alles klopt, dan is het bijna kunst...